Narcissen brengen de kleur en vrolijkheid van het voorjaar naar jouw tuin of balkon. De bekende gele trompetbloem is een voorjaarsbloeiende bloembol. Dit betekent dat je de bol in het najaar plant zodat hij in het voorjaar kan gaan stralen. Je herkent de narcis altijd aan de twee cirkels met 3 bloemblaadjes eraan en de niet te missen kroon in het midden. Ga jij voor de originele gele narcis of kies jij liever een andere kleur? Tegenwoordig zijn er ook narcissen in het rood, roze of oranje. Kies jouw favoriet!
Bekende soorten
Er bestaan zo’n 85 verschillende soorten en zelfs ongeveer 18.000 cultivars. Niet elke cultivar wordt geteeld voor in de tuin. Veel soorten kan je ook nog in Europa in het wild tegen komen. Deze prachtige narcissoorten zou iedereen moeten kennen:
De favoriet van velen is de trompetnarcis (Narcissus pseudonarcissus), die bekend staat om zijn extra grote en op een trompet lijkende kroon. Iedereen kent wel de gele variant van de trompetnarcis. Maar wist jij dat ze ook tweekleurig voorkomen en zelfs in het rood of roze? Tussen maart en mei kan je genieten van deze bloemen. Plant er lekker veel bij elkaar want op elke stengel groeit maar één bloem.
De grootkronige narcis heeft, vergeleken met de trompetnarcis, een wat wijder openstaande kroon. Elke stengel krijgt twee prachtige bloemen, die wel wat korter bloeien. De bloeiperiode loopt van april tot mei. Geef ze een plekje in de half schaduw. Deze narcissoort houdt namelijk niet van de hete middagzon.
De kleinkronige narcis is de tegenligger van de grootkronige narcis, met zijn hele korte kroontjes. De contrasterende kleuren van de bloembladeren geven een wauw-effect aan jouw tuin. Een extra voordeel is dat je lang kan genieten van deze narcis. Ze bloeien tussen maart en mei.
Narcis têtê-à-têtê is een wat kleinere variant met korte stelen. Door de felle gele kleur zijn ze het zonnetje in elke tuin. Plant er een heel aantal bij elkaar in een bloempot. Dan komen ze je in het voorjaar stralend tegemoet
Narcissen planten
Net als alle voorjaarbloeiende bloembollen, plant je narcissen in het najaar. Dit doen we vaak tussen september en november. Belangrijk is wel dat de warmte uit de grond is, maar dat je de bollen plant voor de eerste vorst. Een temperatuur van 10 graden Celsius is perfect om te gaan planten. Narcissen houden van een plek met veel zon en een bodem die goed lucht en vocht doorlaat. Zorg ook dat de afwatering goed is en dat er geen plassen water op of in de grond achterblijven. Narcissen doen het ook prima in halve schaduw. Plant ze bijvoorbeeld tussen de heesters of in een sierlijke bloempot. De bollen hebben een vruchtbare grond nodig. Meng daarom de bodem van de tuin met potgrond of meststoffen om deze voedingsrijker te maken. Voor het planten op pot gebruik je verse potgrond voor bloembollen. Deze bevat de juiste structuur en voeding voor de bol. De bodem of bloempot zijn nu helemaal voorbereid op het planten.
Volg daarna de volgende stappen:
- Graaf een plantgat die even diep is als 3x de bol hoogte. Die komt neer op ongeveer 15 tot 20 cm. Plant je meerdere narcissen naast elkaar? Lees dan eerst de plantafstand af op de verpakking. Vaak ligt dit tussen de 5 en 10 cm. Je kan dus lekker veel narcissen bij elkaar planten.
- Vul het gat verder op met de verse potgrond.
- Geef water gelijk water bij en houdt de vochtheid van de grond de eerste dagen goed in de gaten. Houdt de grond lichtvochtig, zodat de bollen voor de winter al goed kunnen wortelen. Let wel op dat er geen plas water achterblijft in de grond of pot.
Alle narcissenbollen, op de narcis tazetta na, kunnen goed tegen vorst. In principe hoef je de bollen dus niet af te dekken. Bij extreem lage temperaturen (onder de -10 graden) is bescherming in de vorm van noppenfolie of het binnenhalen van de bloempot wel nodig.
Narcissen verzorging
Narcissen zijn meerjarige bloembollen, wat betekent dat ze elk jaar terugkomen. Laat na de bloei de bollen dus in de grond en verzorg deze goed. Tijdens de bloei is het belangrijk dat de grond altijd lichtvochtig blijft. Dit doe je tot ongeveer 3 weken na de bloei. Als de bloemen uitgebloeid zijn geef je organische en langzaam werkende meststoffen aan de bollen. Hiermee kan de bol weer nieuwe bloemen voor komend jaar gaan ontwikkelen. Haal de uitgebloeide bloemen weg en snijd de stengels af tot kort boven de grond. Doe dit altijd met scherp en schoon snoeigereedschap om snoeiwonden te voorkomen. Laat wel de bladeren onaangetast. Tijdens de winter zal de bol weer nieuwe bloemen gaan aanmaken, waar jij in het voorjaar van kan gaan genieten. Voor een goede bloei haal je bijtijds het zaad van de bloem weg. Zo voorkom je dat de bol zijn energie in het verwilderen gaat steken.
Naast het verwilderen via zaad, kunnen narcissen ook verwilderen via broedbollen. Deze nieuwe bollen kunnen in parten gesneden worden en opnieuw worden geplant. De delen van de broedbol zullen gaan uitlopen en nieuwe bloemen gaan ontwikkelen.